Hoofdstuk-12 Naar de Evenementenhal

Kirsten, de Duitse logopediestudente, is op het station in Amsterdam en gaat naar de Wandelbeurs in de Evenementenhal.

Kirsten: Goedemorgen meneer, mag ik u iets vragen? Bent u hier Kirsten bekend? Weet u waar de Evenementenhal is? 

Voorbijganger: Nee, sorry, ik woon hier niet. Dat kunt u beter aan die buschauffeur vragen. 

Kirsten: Goedemorgen, ik moet naar de Evenementenhal. Kan ik dat lopen of is dat te ver? 

Buschauffeur: Het is zeker een uur lopen vanaf hier. U kunt beter met de tram gaan, lijn 25. U hebt geluk, daar komt hij net aan, u kunt direct instappen. 

Kirsten: Stopt de tram bij de Evenementenhal of moet ik nog een stuk lopen? 

Buschauffeur: Nee mevrouw, de tram stopt tegenover de ingang van de Evenementenhal, u hoeft alleen maar de straat over te steken. 

Bij de balie van de Evenementenhal. 

Kirsten: Goedemorgen, kunt u mij vertellen in welke hal de wandelbeurs is? 

Portier: Ja, boven, op de eerste verdieping, in hal 3. Ga hier de trap op. Loop rechtdoor tot het restaurant. Dat herkent u aan de blauwe ramen. Dan gaat u linksaf en aan het eind van de gang rechts, daar is hal 3. Neemt u deze plattegrond maar mee. 

Kirsten: Dank u wel. Ik zoek ook de toiletten. 

Portier: De toiletten zijn beneden. Ga hier rechts de hoek om en dan de trap af, de gang uitlopen en dan weer naar rechts. Dan ziet u de toiletten vanzelf Ukunt ook de bordjes volgen, dat is misschien makkelijker. 

Kirsten: Bedankt.